Het effect van gescheiden ouders

In Nederland maken ieder jaar zo’n 86.000 minderjarige kinderen een scheiding van hun ouders mee (CBS, 2023). Ongeveer 1 op de 6 kinderen groeit op in een scheidingssituatie. Dat betekent: in vrijwel elke klas zitten meerdere leerlingen met gescheiden ouders. En dat heeft effect; soms klein en tijdelijk, soms groot en langdurig.

Wat onderzoek laat zien

Kinderen van gescheiden ouders hebben gemiddeld een groter risico op gedragsproblemen en lagere schoolprestaties. Niet omdat ze minder kunnen, maar door stress en instabiliteit. Studies tonen aan dat kinderen vaker concentratieproblemen hebben en lager scoren op toetsen, vooral in de eerste jaren na een scheiding. Het risico op psychosociale problemen (verdriet, angst, boosheid) is ongeveer 2 keer zo groot vergeleken met kinderen uit intacte gezinnen. Langetermijnstudies (zoals het Amerikaanse “National Longitudinal Study of Youth”) laten zien dat deze effecten meestal afzwakken als er weer rust en structuur komt.

Wat dit betekent in de klas

  • Emotionele schommelingen. Kinderen reageren sneller boos, verdrietig of teruggetrokken. Dat kan morgen weer anders zijn.
  • Concentratieproblemen. Huiswerk lukt minder, aandacht bij instructie is wisselvallig.
  • Loyaliteitsconflicten. Kinderen kunnen zich verscheurd voelen tussen twee ouders; en dat draag je mee in de klas.
  • Praktische stress. Agenda’s, gymtassen, schoolspullen raken vaker kwijt of komen niet mee.

 

Wat leerkrachten vaak doen (en soms missen)

Veel leerkrachten hebben oog voor het verdriet en bieden steun. Maar: We onderschatten soms de duur van de impact. Het is niet “klaar” na een paar maanden. We vergeten dat school een veilige basis kan zijn. Juist voorspelbaarheid in jouw klas maakt verschil. We denken soms dat we “geen partij” moeten kiezen, en dat klopt, maar erkennen dat een kind in twee werelden leeft is cruciaal.

Praktische tips voor in de klas

  1. Zorg voor voorspelbaarheid. Een vast dagritme geeft kinderen met scheidingsstress houvast.
  2. Check regelmatig in. Kleine vraag: “Hoe gaat het vandaag?” laat zien dat je beschikbaar bent.
  3. Communiceer duidelijk met beide ouders. Stuur informatie altijd naar allebei, tenzij anders afgesproken.
  4. Houd verwachtingen realistisch. Een kind dat emotioneel overloopt, kan die dag minder presteren.
  5. Bied ruimte voor verhaal. Laat het kind kiezen: vertellen, tekenen, of gewoon even niks.