Kleurenkaarten
De kleurenkaarten zijn een praktische ondersteuning bij het leren van zinsbouw. Iedere vraag in de zin (wie, wat, waar, wanneer, hoe, hoeveel) heeft een eigen kleur, waardoor leerlingen snel overzicht krijgen. Vooral voor NT2-leerlingen werkt dit systeem sterk visueel en concreet: de vaste kleuren bieden houvast en maken abstracte grammatica tastbaar. De kaarten zijn flexibel inzetbaar in de klas, bij kleine taalgroepjes of individuele begeleiding. Zo leren leerlingen niet alleen zinnen begrijpen, maar ook zelf correct en gevarieerd zinnen opbouwen.
Sterke werkwoorden
Voor NT2-leerlingen zijn sterke werkwoorden vaak een lastige hobbel: de stam en verleden tijd lijken niet op elkaar, en de regels zijn niet altijd voorspelbaar. Juist daarom is het handig om een overzicht bij de hand te hebben. Met deze lijst kunnen leerlingen tijdens de les snel werkwoorden opzoeken en controleren. Het stimuleert zelfstandig werken én voorkomt dat ze blijven hangen in fouten. Door de lijst in hun la of map te bewaren, hebben ze altijd een hulpmiddel om hun taalvaardigheid te versterken en stap voor stap meer grip te krijgen op de Nederlandse grammatica.